Na de verkiezingen hadden wij de hoop dat we een wethouder zouden kunnen leveren in een vier-partijencollege (CDA, FNP, PvdA en GrienLinks, respectievelijk 6, 5, 4 en 3 raadszetels dus in totaal 18 van de 23 zetels).Er zijn onderhandelingen gevoerd, waarbij essentieel was dat onze medestander in de strijd tegen de Centrale As, de FNP, tegelijk met ons zou op trekken, omdat het CDA en de PvdA het liefst met één partij erbij verder wilde regeren om zo weer aan een meerderheid te komen.
Op een gegeven moment ging het vooral om twee opties: een vierpartijencollege (CDA, FNP, PvdA en GrienLinks) met 4 wethouders (in totaal 3,2 fte) of een 3 partijencollege (CDA, FNP en PvdA) met 3 full-time wethouders. FNP en GrienLinks hadden een duidelijke voorkeur voor een vierpartijencollege, om reden van de breedst mogelijke werkbare combinatie en een evenwicht op verschillende items tussen de partijen, niet simpelweg het oude college waaraan een partij is geplakt. Het CDA en de PvdA gingen voor het driepartijencollege om reden van voortzetting bestaand beleid en continuïteit.
Bij het vierpartijencollege stelden FNP en GrienLinks zich op het standpunt dat de wethouders als volgt moesten worden verdeeld: CDA 1; FNP 1, PvdA 0,6 en GrienLinks 0,6. Dit om recht te doen aan de verkiezingsuitslag: CDA -1; FNP +2; PvdA -3 en GrienLinks +1.
Eerst wierp de PvdA een blokkade op door voor minimaal 0,8 wethouder te gaan. Vervolgens wilde ook de FNP beslist één wethouder leveren. Terwijl voor iedereen een hard punt was dat 3,2 fte het maximum aantal wethouders zou moeten zijn. Pogingen van mij om beide partijen in beweging te krijgen mislukten. Een door mij voorgestelde optie was PvdA 0,7 en FNP 0,9. Dit bleek voor beiden om financiële redenen van de kandidaat-wethouders onbespreekbaar.
Zoals gezegd was essentieel dat de FNP zich sterk zou blijven maken voor een vierpartijencollege. Naar mijn mening veel te snel en te makkelijk ging de FNP echter overstag en koos alsnog voor het drie partijencollege van CDA, FNP en PvdA met elk één full-time wethouder. Men wilde beslist in het college en er was angst dat het CDA en de PvdA alsnog in zee zouden gaan met de VVD. Deze angst beschouw ik echter als irreëel: op het belangrijkste punt van de komende vier jaar (voorzieningen/lasten burger) neemt de VVD in de raad een uitzonderingspositie in, de VVD stelt al jaren de lage lasten burger centraal en heeft dit de inzet gemaakt voor de verkiezingen, terwijl alle andere partijen het behoud van de voorzieningen voorop stellen. Een college-akkoord met de VVD is daarom onmogelijk te maken, de VVD maakte een bikkelhard punt van de door de VVD voorgestane wijze van bezuinigingen.
Eigenlijk ben ik nog steeds verbijsterd. Dit college doet geen recht aan de verkiezingsuitslag. De twee partijen van het college verliezen hun meerderheid en mogen toch verder met de FNP, een winnaar van de verkiezingen, maar een verliezer in de onderhandelingen…..
Dirk van der Wal