Biodiesel, of raapoliemethylester, is een type biobrandstof, een duurzame energiebron, die gemaakt wordt uit plantaardige olie of dierlijke olie of andere bronnen. Het wordt gemaakt door transesterificatie van vetzuren en vrije vetzuren uit de olie. Door de vetzuren te laten reageren met een alcohol (meestal methanol) ontstaan er esters (methylester in het geval van methanol). Het wordt vaak toegepast in een mengvorm met uit aardolie verkregen diesel. De benaming die men er aan geeft is dan B20 (bij 20 % bijmenging).

Toen Rudolf Diesel zijn eerste dieselmotor bouwde, was deze bedoeld voor olie gemaakt van pinda's.

Milieuvoordeel

Het belangrijkste milieuvoordeel van biodiesel is dat de grondstof
(PPO, pure plantaardige olie) biologisch afbreekbaar is, niet giftig is
en geen zwavel en aromaten bevat. Bij verbranding komt veel minder
zwaveloxide en koolstofmonoxide vrij dan gewone brandstof. Maar het
geeft meer stikstofoxiden af, die bijdragen tot de vorming van ozon. De
belangrijkste drijfveer voor het gebruik van biodiesel is de
vermoedelijke neutralisering van de CO2-uitstoot. Als men
echter ook de uitstoot tijdens productie en transport meetelt is het
niet meer uitgesloten dat biodiesel meer milieubelastend is dan gewone
brandstof.

Het voordeel van biodiesel ten opzichte van pure grondstof is dat de
meeste motoren er zonder probleem op lopen, mits de pakkingen er op
aangepast zijn. Het nadeel is dat de grondstof voor biodiesel eerst
bewerkt moet worden, wat milieubelastend is.

Ook de grondstof, PPO, kan in veel motoren gebruikt worden. Bij puur
gebruik wordt het inspuitmoment gewijzigd. Gebruik van zowel diesel als
PPO is ook mogelijk. Er wordt dan gestart op diesel en als de motor op
bedrijfstemperatuur is, wordt er overgeschakeld op PPO. PPO is namelijk
dikker, stroperiger dan diesel en wordt daarom met een koude motor
minder goed verbrand. Op bedrijfstemperatuur is de verbranding van PPO
goed. Biodiesel wordt verkregen uit raapzaad dat ook wel koolzaad wordt
genoemd.

Verkrijgbaarheid

Biodiesel wordt in Duitsland op relatief grote schaal toegepasten is
daar bij zo'n 1700 tankstations beschikbaar. Ook in Frankrijk is
biodiesel, gemengd met gewone diesel, al op veel plaatsen te verkrijgen.

De doelstelling van de Europese Unie is dat in 2010 5,75% van het totale volume gebruikte brandstof van biologische afkomst is.

Pure plantaardige olie als dieselvervanger

In België en Nederland, en ook in andere landen, worden, nu de
brandstofprijzen zo snel stijgen, proeven gedaan met het gebruik van
biodiesel en andere mengsels. Het mengen van slaolie of gebruiken
frituurolie, - dus geen vet -, met gewone diesel in een verhouding van
20% - 80% heeft toenemend belangstelling. Na technische aanpassing kan
zelfs op bijvoorbeeld 100 procent zonnebloemolie worden gereden. Dit is
dus geen biodiesel maar pure plantaardige olie (PPO). Het voordeel
hiervan is dat deze brandstof uitstootneutraal is. Deze
dieselalternatieven worden gebruikt omdat de prijs lager ligt dan die
van diesel - er wordt op de alternatieven namelijk geen accijns
geheven. Het ongemengd rijden op deze brandstoffen is niet geheel
zonder risico. Slaolie of frituurolie is namelijk dikker dan diesel,
heeft een hogere viscositeit. Dit maakt dat de motoren die op deze
mengsels rijden, vooral in de winter als de wagen niet binnen staat,
startproblemen kunnen krijgen. Eenmaal op bedrijfstemperatuur is de
loop van de motor weer normaal. Slaolie of frituurolie is meer geschikt
voor oudere dieselmotoren dan voor moderne systemen, bijvoorbeeld
voorkamerdiesels, dus auto's zonder directe dieselinspuiting. Om de
hogere viscositeit terug te brengen naar normaal zijn er
verwarmingsinstallaties te koop die het leidingen systeem van de tank
naar de motor verwarmen. Bij commonraildiesels zijn de "alternatieve
oliën" niet aan te bevelen, dit in verband met te complexe
inspuittechniek. Overigens geldt ook bij reguliere voorkamerdiesels dat
de ene brandstofpomp de dikkere oliën beter kan hebben dan de andere
brandstofpomp. Zo schijnen Bosch-pompen beter te lopen op de
alternatieve dieselmengsels dan Lucas-pompen. Om de viscositeit te
verlagen, vooral 's winters, kan 0,15 procent aceton, of 1 procent
gewone benzine of "peut" (petroleum) worden toegevoegd. In de zomer kan
worden uitgegaan van een mengsel van 80 procent PPO en 20 procent
diesel. In de winter moet niet meer dan "half/half' worden gebruikt.
Het advies de tank niet geheel te vullen is zinvol. Bij optrekken en
remmen klotst de tankinhoud en treedt betere vermenging op. Aanbevolen
wordt eerst diesel te tanken en bij warme motor de PPO erbij te mengen.
Wie deze regels volgt blijkt moeiteloos 200.000 kilometer of meer te
kunnen rijden zonder dat zich belangrijke storingen voordoen.