Op de raadsvergadering van 17 februari is de vrijwilligersnotitie in de raad behandeld. De WMO en de bezuinigingen doen een steeds groter beroep op burgers om zich vrijwillig voor de gemeenschap in te zetten. Op korte termijn en voor een bepaalde periode is veel mogelijk en te realiseren met en door vrijwilligerswerk, maar structureel vraagt het om inzicht en vooruitzien. Voor vrijwilligerswerk kiezen mensen zelf en daarvoor hebben ze verschillende motieven. Over vrijwilligerswerk kun je als gemeenschap dus niet ‘zomaar’ beschikken en op vrijwilligerswerk kun je niet ‘zomaar’ rekenen.


• Het gaat bij vrijwilligerswerk enerzijds om de behoefte van mensen om zorg te hebben of dragen voor andere mensen en te participeren aan de samenleving
en anderzijds om
• De behoefte van de gemeenschap om voorzieningen op peil te houden. De WMO wil dat iedereen mee doet maar ze vraagt ook om een bijdrage van burgers in de zorg voor anderen en een bijdrage aan de sociale samenhang en binding in gemeente, dorp en buurt. Daarnaast vragen de  komende bezuinigingen ook om meer inzet van burgers. En dit alles het liefst naast een betaalde baan, want arbeidsparticipatie is toch nog steeds het hoofddoel. 
 
Maar kan dit zomaar, is professionele  arbeid te vervangen door onbetaalde arbeid en hebben mensen daar überhaupt tijd voor naast hun zorgtaken en andere bezigheden. Naar mijn idee heeft onze samenleving nog steeds niet genoeg waardering voor zorg. Mensen realiseren zich vaak niet dat dankzij het feit dat mensen werken andere mensen kunnen zorgen maar ook dat dankzij het feit dat sommigen zorgen anderen kunnen werken. Een goede balans tussen betaald en onbetaald werk is een noodzakelijke basis voor het goed functioneren van een samenleving.

Steeds meer lees en hoor je geluiden over het inzetten van mensen met een uitkering voor bij voorbeeld schoonmaakwerk of zorgtaken. Uitgangspunt is dan dat het redelijk is dat de gemeenschap iets terug kan vragen wanneer een burger een beroep op de gemeenschap doet. Mensen met een uitkering of handicap zouden dan kunnen worden ingezet voor vrijwilligerswerk. Deze wijze van tewerkstelling is dan niet meer vrijwillig maar gedwongen en kan in onze optiek dan beter onbetaalde arbeid genoemd worden. Hoe moeten we dit zien? Worden mensen voor dit werk dan betaald met een uitkering? Mensen dwingen tot vrijwilligerswerk is volgens ons geen oplossing. Deze manier van tewerkstelling motiveert niet bepaald en ongemotiveerdheid heeft invloed op de kwaliteit en het plezier van de geleverde arbeid. Het heeft alles te maken met hoe je naar een mens kijkt, met je mensvisie. De mens is geen productie-eenheid die je zomaar ergens in kunt zetten. De mens is een persoon met specifieke kwaliteiten, een drager van cultuur en, wat vooral van belang is, de mens zorgt en heeft lief. Onze indruk is dat mensen graag willen werken. Niemand, een enkeling uitgezonderd, zit met plezier thuis op de bank. Werken maakt simpelweg gelukkig. Een deel van het probleem is alleen dat binnen onze samenleving een groot tekort bestaat aan ongecompliceerde banen. Veel mensen lopen in de huidige samenleving tegen hun grenzen aan en kunnen het snelle bestaan niet bijbenen.

De oplossing ligt volgens ons niet in het dwingen van mensen tot vrijwilligerswerk maar in het motiveren van mensen en het creëren van banen. Daarbij staat de persoon centraal met zijn of haar kwaliteiten. Dit geeft een heel ander beeld, namelijk dat van het bekrachtigen van mensen in wat ze kunnen en daar waardering voor hebben. Door waardering en respect krijgen mensen hun trots terug en zijn ze gemotiveerd om zich in te zetten voor het bedrijf of de organisatie. In Rotterdam gebeurt dit al door arbeidsmarktmeester Aat van Nes. Hij creëert banen en heeft uit allemaal verschillende kaartenbakken mensen gekoppeld aan deze banen. Mensen die al jaren wachten op passend werk. Zo  introduceerde hij onder andere “blij makers” in de zorg. En dan blijkt dat motivatie werkt!  De werkende is blij met de baan,  het geeft plezier en trots terug, de zorgontvanger is blij met de aandacht en zorg die door de “blijmaker” gegeven kan worden. Aandacht van en voor mensen staat hierbij centraal.