Vrouwen moeten meer werken en teren te vaak op de zak van hun man. Ze moeten minder afhankelijk worden van hun man en zich schuldig voelen over het feit dat de overheid zoveel in hen heeft geïnvesteerd. Met deze uitspraken heeft Bussemaker veel los gemaakt.

Zij wil met deze opmerkingen de kwetsbaarheid van vrouwen aangeven als het inkomen van hun man wegvalt en hen oproepen daar iets aan te doen. Haar bedoeling is goed, maar het ontbreekt haar toch enigszins aan inzicht en daardoor slaat ze de plank mis. Want gaat het hier wel over emancipatie? Bussenmaker spreekt de vrouwen aan op hun kwetsbaarheid en afhankelijkheid van mannen en vergeet daarbij dat mannen ook kwetsbaar  en afhankelijk zijn van vrouwen. De oorzaak ligt in ons economisch systeem dat  draait om geld en groei en een samenleving waar alleen betaald werk aanzien heeft.  Dit terwijl het bij een economie vooral zou moeten gaan om samenleven, een eerlijke verdeling van schaarse goederen en hoe je dat op de beste manier met elkaar kunt doen. Geld is daarbij belangrijk maar niet de bepalende factor van waarde. Veel meer van belang zijn gezondheid, zorg voor elkaar, bestaanszekerheid en milieu. Mensen zijn wederzijds afhankelijk van elkaar en mannen teren dus ook op vrouwen. Zelf kies ik liever niet voor het woord ‘teren op’ maar voor zorgzaamheid voor elkaar. 

Veel vrouwen voelen zich door de opmerkingen van Bussenmaker aangesproken en ondergewaardeerd. Met haar opmerkingen geeft zij aan dat het in onze samenleving vooral om financiën gaat, om investeringen van de staat in mensen en om economische zelfstandigheid. Werk telt alleen mee als het betaald is. Onbetaalde arbeid heeft geen waarde. Dit terwijl onbetaalde zorgarbeid van vitaal belang is voor onze economie. 

Mensen die zorgen, zonder dat ze daar voor betaald worden, voelen zich in onze samenleving vaak ondergewaardeerd. Ze zorgen vaak net zo veel en hard als een professionele zorgverlener maar krijgen er geen geldelijke beloning voor. Dit is lastig omdat alles in onze samenleving gewaardeerd wordt in euro’s. Mensen worden maar al te vaak afgemeten aan hun productiviteit, aan wat ze opleveren voor de economie en dan worden vrijwillige zorgtaken niet meegerekend. In onze samenleving is zorg vaak iets wat ‘je er even bij doet, naast je ‘echte’ werk. Dit terwijl de economie niet zou kunnen draaien zonder al deze vrijwillige zorgverleners. Dit terwijl tegelijkertijd een groot beroep gedaan wordt op vrijwilligers en mantelzorgers om de bezuinigingen in de AWBZ en WMO op te vangen. Door deze bezuinigingen verliezen veel professionele zorgverleners hun baan en krijgen vrijwillige zorgverleners er taken bij. Alsof het allemaal inwisselbaar is. 

Kwetsbaar en afhankelijk zijn wij allemaal. Er is geen mens waar nooit voor gezorgd is. Het opwaarderen van zorgtaken (want wat is er belangrijker in een samenleving dan bij voorbeeld kinderen goed in de samenleving zetten) is absoluut noodzakelijk voor het goed functioneren van een samenleving. Dankzij dat sommigen werken kunnen anderen zorgen, dat is waar, maar ook dankzij dat sommigen zorgen kunnen anderen werken. Het gaat om een balans tussen formele en informele arbeid. Door mensen ruimte te geven om te zorgen en zorg echt op haar intrinsieke waarde te schatten kunnen veel van de huidige problemen op de arbeidsmarkt opgelost worden. 

Een herwaardering en herverdeling van de zorgarbeid is nodig om te voorkomen dat er geen tijd en plaats meer is voor onvervangbare zorg, die een intrinsieke waarde vertegenwoordigt in het leven van mensen. Om overbelasting van mannen en vrouwen te voorkomen zou er daarom meer ruimte voor zorgtaken moeten worden gereserveerd. Maar er zou vooral meer waardering, aandacht en respect voor zorg als menselijke eigenschap moeten zijn. Zorg moet worden verankerd in ons economisch systeem.