‘Ik voel me soms een vreemdeling in het land waarin ik woon” is een regel uit een lied van Paul van Vliet. Hij verwoordt hiermee precies het gevoel wat ik heb als het over een Kinderpardon gaat.

Ik voel me een vreemdeling in Nederland als kinderen met een niet- Nederlandse afkomst die hier al jaren wonen toch nog ons land moeten verlaten, ook al willen ze dat niet en ook al hebben ze hier hun leven opgebouwd. 
Verrassend vind ik het dat de CDA fractie in de Tweede Kamer moeite lijkt te hebben met de Kinderasielwet. De partij zet in op een snelle asielprocedure en de discretionaire bevoegdheid van de minister, de mogelijkheid om  in schrijnende gevallen een uitzondering te maken.
Een synoniem voor pardon is gratie en dat is precies wat bedoeld wordt in het initiatief Kinderasielwet van PvdA en CU. Een wet die probeert een oplossing te bieden voor minderjarige asielzoekers die in Nederland geworteld zijn.  Kritiek op deze wet is er van het CDA en zelfs van de Raad van State. Deze kritiek spitst zich toe op de term ‘wortelen’. Want wanneer ben  je geworteld? En zelfs al stel je een termijn dan nog zullen er grensgevallen zijn. Er zullen weer kinderen buiten de boot vallen. Ook zou deze wet geen recht doen aan mensen die wel vertrokken zijn en dus illegalen ondersteunen. De wet zou gezinnen aanmoedigen om hun procedure op te rekken tot acht jaar. De Kinderasielwet druist volgens het CDA in tegen de asielprocedure.
Sorry,  CDA, maar wat is er mis met een pardon? De maatschappelijke realiteit wijst uit dat er op dit moment 800 kinderen in een situatie als die van Mauro of Sahar zitten. Dit is een nu bestaande situatie waar een oplossing voor moet komen. In de Nederlandse samenleving is veel maatschappelijke onvrede over het wegsturen van ‘gewortelde’ kinderen. Mensen in Nederland laten hun hart spreken boven procedures. De Kinderasielwet gaat over oude gevallen, de nieuwe asielprocedure is al zo snel dat de Kinderasielwet, zoals vluchtelingenwerk het noemt, een hardheidsclausule is.
Het CDA spreekt over procedures en zegt nooit een voorstander te zijn geweest van pardonregelingen. Minister Leers vindt dat asielzoekers die hebben gelogen over hun identiteit niet in Nederland mogen blijven. In hoeverre kun je spreken over liegen als een kind de achternaam van zijn of haar moeder opgeeft en uit een land komt waar de geboortedatum er niet zoveel  toe doet? Waar is dan het vermogen om je te verplaatsen in de ander, de empathie, gebleven?
Het gaat bij de Kinderasielwet om 1500 asielzoekers met minderjarige kinderen. In het land is er veel bijval voor de wet, 170 van de 418 gemeenten hebben CDA minister Leers opgeroepen iets voor  deze kinderen te doen. 130.000 Nederlanders steunden de petitie Kinderpardon. Leers staat onder grote druk, druk van de eigen achterban die opriep tot een humaner asielbeleid en die in 89 gemeenten instemden met de motie Kinderpardon èn grote druk van de oppositie.
Oppositie en achterban vragen de minister om een oplossing.  Veel Nederlanders vragen om een pardon, veel Nederlanders vragen om gratie, om barmhartigheid, vragen aan de minister om het hart te laten spreken boven procedures.
Een pardon voor ‘gewortelde’ kinderen, gewoon omdat we mensen zijn en omdat het onmenselijk is deze kinderen weg te sturen naar het land van hun herkomst. Een pardon, gewoon omdat ik en velen met mij zich geen vreemdeling in eigen land willen voelen.
Paul van Vliet zijn lied eindigt met de tekst: “Met ruimte in ons hart en een uitgestoken hand zal zelfs een vreemdeling hier geen vreemdeling meer zijn”.