Bij het afscheid van FNP-wethouder Wijbe Postma.
Daarbij past even terugkijken.
Hun controlerende taak: daar heeft de raad in november serieus werk van gemaakt met betrekking tot de nieuwe Wet Werk en Bijstand. Na intensieve voorbereidingen en beraadslagingen in de fracties, raad, college en ambtelijke werden er kaderstellende opdrachten geformuleerd door de raad. Over het effectueren van de afspraken was de raad, raadsbreed kritisch, zeer kritisch
Het CDA zette de zaak – terecht - op scherp. De wethouder had bijna een motie van wantrouwen binnen. Veertien dagen later maakte de wethouder een diepe buiging.
GrienLinks is kritisch geweest. Kritisch niet naar de persoon. Wie kan en wie wil dat als het zo een beminnelijk persoon als Wijbe Postma betreft. Een man met het hart op de juiste plek
Nee, het ging om de zaak, het betrof de zaak van de Wet Werk en Bijstand voor dat deel van de samenleving waar GrienLinks zich sterk voor maakt: voor de mensen met een bijstandinkomen. Natuurlijk geen eenvoudig portefieule voor een wethouder ook dat realiseert GrienLinks zich.
Voor GrienLinks had de wethouder niet hoeven op te stappen: een verbetertraject was ingezet en we werden op de hoogte gehouden. Toch heeft Wijbe zelf gekozen om op te stappen. Het wethouderschap ging aan hem vreten. Een 14-daags examen….
Direct na het bekendmaken heeft het CDA bij monde van haar fractievoorzitter opgeroepen tot een sfeerverbetering in de raad; er zou op de persoon zijn gespeeld; (ik heb dat wethouder Postma niet horen zeggen) Er werd een begin gemaakt met het zwarte pieten…
Jammer, dat is geen verstandige opmaat tot een sfeerverbetering in de raad en een fractievoorzitter van de grootse partij onwaardig. Daar begin je niet mee door met vingers naar andere te wijzen. Dat kun alleen als je je realiseert dat als je met één vinger naar de ander wijst er drie naar je zelf wijzen….
Een paar aandachtspunten blijven dan over:
Raad: Heeft een kaderstellende en controlerende taak; op hoofdlijnen. Daartoe moeten we als raad ons dan ook toe beperken.
Verhouding raad-college: De verhoudingen zijn veranderd sinds de invoering van het dualisme. De politiek zou spannender moeten worden, één van de achtergronden van de invoering van het dualisme. Een duidelijk scheiding tussen raad en college. Gelukkig is dat ook merkbaar in onze raad.
En het is een van de taken van de raad om werk te maken van hun controlerende taak. Positief gesproken: het geeft wethouders mogelijkheden beleid en de uitvoering daarvan uit te leggen, te verantwoorden en te verdedigen.
College: Ik hoop niet dat alle wethouders de raad als een 14-daags examen ervaren, jammer want dan zou men kansen missen. Uitkomsten van debatten staan niet altijd bij voorbaat vast. Geen probleem zou ik zeggen. Het vraagt van wethouders een professie om de raad te winnen voor de uitvoering van hun, naar ik hoop doordachte beleid, waar zij dan voor staan. (we hebben voorbeelden meegemaakt waarbij wethouders snel omgingen bij een zuchtje tegenwind)
Wat de opvolging betreft: GrienLinks is altijd een voorstander geweest van drie wethouders. Gezien het takenpakket, de omvang van de gemeente, de financiën en de capaciteiten en ambitie van de burgermeester. Wij zijn dan ook blij dat ook de andere 6 partijen dat nu ook onderkennen. Voor GL geen bijstelling van ambitieniveau, voor ons: het werk is met drie te doen. Om ooit te kiezen voor vier was een kwestie van politiek / misschien wel macht.
Uiteraard hopen we dat de overige partijen ook na de verkiezingen van 2006, mede vanuit financieel oogpunt, dezelfde keuze, drie wethouders, zullen maken.
GrienLinks, Louis Bakker
26 januari 2005