Minister van volksgezondheid Edith Schippers wil meer marktwerking in de zorg. Ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra mogen in de toekomst privé- kapitaal aantrekken omdat het de kwaliteit van de zorg en dienstverlening ten goede zou komen. Bovendien denkt ze dat de kosten in de zorg door deze maatregel in bedwang worden gehouden. Maar eigenlijk weet de minister niet zo goed wat ze wil want tegelijkertijd is ze bereid experimenten toe te staan waarbij ziekenhuizen en huisartsen beloond worden voor de resultaten van hun behandelingen en niet voor het aantal behandelingen. De visie achter deze twee initiatieven is totaal verschillend.
Het is niet moeilijk om je voor te stellen wat de gevolgen van meer marktwerking in de zorg zullen zijn. Het lijkt in eerste instantie best een aardige oplossing: er wordt door bij voorbeeld pensioenfondsen geïnvesteerd in ziekenhuizen en daarvoor in de plaats delen deze investeerders in de winst. Dit betekent natuurlijk dat er omzet gedraaid moet worden, het is geen liefdadigheid. Het ligt dan voor de hand dat geld c.q. winstbejag invloed gaat hebben op het behandelingsaanbod in ziekenhuizen. Investeerders zouden zich bij voorbeeld willen bemoeien met het aanbod, want bepaalde behandelingen leveren meer op dan andere. Het aantal behandelingen telt en niet het resultaat van de behandeling. Met marktwerking is zorg een product wat op de markt verhandeld wordt en kwaliteit is relatief. De door de minister beoogde kwaliteit (financieel gezond, efficiënt, afgebakend ) is een hele andere dan die van zorgontvangers of van medewerkers in de zorg.
Zorg kent vele aspecten, het Engelse woord care geeft dat veel beter weer dan het Nederlandse woord zorg. Care verwijst niet alleen naar ‘zorgen voor’, en ‘verzorgen van’ maar ook naar ‘zorgvuldigheid’, naar ‘verantwoordelijkheid’, ‘zich bekommeren om’ of ‘iets om iemand geven’. Als je op deze meer complete manier naar zorg kijkt heeft dat vanzelfsprekend invloed op de definitie van wat goede zorg is. Dan gaat het niet om recht op zorg en zorgplicht maar om intrinsieke waarden van het menselijk bestaan. Het gaat dan om het besef dat we allemaal op bepaalde momenten in ons leven kwetsbaar en afhankelijk zijn. Belangrijk is dat gekeken wordt of de zorg die gegeven wordt voldoende en passend is voor de individuele mens die de zorg ontvangt. En dat het best mogelijke gedaan wordt en er ruimte is voor aandacht, respect en vertrouwen. Niet iedereen heeft namelijk dezelfde zorg nodig. Naast dat er zorg gegeven wordt is het heel belangrijk hoe deze zorg gegeven en ontvangen wordt. Deze benadering vertaald zich in de resultaten van de behandeling.
Marktwerking in de zorg lijkt goedkoper maar van echt voordeel is geen sprake. Als mensen niet de zorg krijgen die nodig en passend is heeft dit zijn weerslag op het persoonlijk welbevinden. Op de een of andere manier zal dit tekort gecompenseerd moeten worden… en dat kost meer dan had gehoeven. Meer ongenoegen, meer ontevredenheid, stress en kosten. De patiënt is geen consument die altijd precies weet welk product nodig is om beter te worden. De zorgverlener is geen machine die een standaard product levert. Naast verlies van menselijke maat dreigt door marktwerking de wederkerigheid volledig onder te sneeuwen. Zorgethicus Marian Verkerk geeft aan dat zorg zowel in het geven als het ontvangen een activiteit is waarbij iemand deelneemt aan het bestaan van een ander. Het is zinvol voor zorgverleners om zorg te verlenen, het geeft voldoening om een ander bij te kunnen staan. Het is een kwestie van Care in al haar betekenissen. Daarom is het belangrijk dat de minister de zorg vanuit visie benaderd en niet zomaar zonder ideologie dingen in gang zet die onherroepelijk gevolg zullen hebben voor individuele mensen.